In memoriam Tinus Wieland

In memoriam Tinus Wieland

Recent ontvingen we het droeve nieuws dat op de respectabele leeftijd van 90 jaar is overleden onze oud secretaris Tinus Wieland. 

Tinus alleen als secretaris betitelen doet hem echter veel te kort. Hij bekleedde die functie wel heel lang. Van 1976 tot 2002, toen Rein Boeije het van hem overnam. 

Tinus kende echter nog vele bijtaken binnen onze vereniging. Bestuurlijk kwam er veel op zijn schouders terecht. Ook deed hij allerlei onderhoudsklussen en draaide hij vele jaren het clubblad "De Groen-Witten". Het werk waar hij misschien wel het meeste plezier aan beleefde was het onderhouden van het veld. Mede door zijn agrarisch verleden was Tinus in staat om het veld piekfijn te onderhouden en veel clubs waren jaloers op het mooie veld op 't Durp.  Nadat hij zijn taak als secretaris neerlegde is hij nog vele jaren actief geweest binnen de vereniging. De laatste jaren was hij, wegens gezondheidsredenen, vooral supporter en bezocht hij, indien mogelijk, nog de thuiswedstrijden van het eerste eltftal.

We zijn Tinus enorm dankbaar voor alles wat hij voor onze vereniging heeft betekend en wensen alle nabestaanden veel sterkte toe!

Bestuur VV Zaamslag

Ps. In het jubileumboek dat in 2000 verscheen naar aanleiding van het 50-jarig jublileum stond een interview met Tinus. Dat interview kunt u hieronder integraal teruglezen. (Foto en tekst: Niek Goossen).

Terugkijken met:

Benieuwd naar bestuurlijke wetenswaardigheden besluiten we twee man sterk als de Barend en Van Dorp van ’t Durp op Tinus Wieland af te stappen.  Sinds 1976 niet alleen secretaris, maar vooral ‘de van alle markten thuis man’ van onze vereniging.

Bestuurlijke flaters, relletjes, dwalingen, geheime afspraken of uit de notulen geweerde incidenten? Ze maken deel uit van de geschiedenis van de club. Het 50-jarig jubileum lijkt ons de gelegenheid bij uitstek om er alsnog mee voor de dag te komen. Nieuwsgierig schuiven we aan.

Tinus Wieland

“Ik heb er lang over nagedacht voordat ik besloot plaats te nemen in het bestuur van de V.V. Zaamslag. Ik had al 8 of 9 bestuurlijke functies en wist dus drommels goed waaraan ik begon. Het kwam eigenlijk door m’n zoon Donny.  Daar stond ik op zaterdagmorgen langs de lijn naar te kijken. Kees Herrebout, toentertijd bestuurslid, kwam het vragen. Nadat ik eenmaal had toegezegd werd ik de eerstvolgende vergadering gelijk verkozen”. Tinus laat al lachende een diepe zucht…..”En toen begon de ellende.”

 “Ik nam de secretarisfunctie over van Jan de Pooter. Die stopte ermee. Begin jaren 80 heb ik enkele jaren een pauze ingelast. Theo de Poorter nam het van me over. Toen die ziek werd heb ik het weer opgepakt.”

“In 1956 kwam ik op Zaamslag voetballen. Ik was het jaar daarvoor getrouwd en was op de Hoek van de Dijk gaan wonen. Ik was 22 jaar. Daarvoor had ik vanaf 1951 op Driewegen op ‘het Naaikussen’ gevoetbald. Bij Wardje Hofman op de weije. Nadat ik een poosje in het tweede had gespeeld mocht ik in het eerste mee gaan doen. Jan de Pooter was toen de man die alles regelde. Op donderdag kreeg je dan een kaartje in de bus met daarop plaats en tijdstip. Er was in die tijd eigenlijk geen trainer, die had ook geen inspraak. De elftalcommissie, een groep van 3 of 4 man die door de algemene vergadering werd benoemd, regelde de opstelling.”

“Op 31 jarige leeftijd ben ik gestopt. Dat is in 1965 op een ongebruikelijke wijze tot stand gekomen. We moesten tegen Vogelwaarde, maar mijn vader verjaarde diezelfde dag. Daar wilde ik graag naar toe. Ik had daarom afgezegd voor de wedstrijd. Er hadden er echter meer afgezegd. Daardoor kon heel de wedstrijd niet doorgaan. Mijn vader kreeg vervolgens onverwachts de gelegenheid met iemand mee te reizen naar de Noord-Oostpolder. Dat was voor hem zeker in die tijd een unieke gelegenheid, daar z’n broer op te zoeken. Het verjaardagsfeest ging dus niet door en ik was vrij. Ik werd gezien door iemand van het bestuur. Ook Jan Jansen die ook had afgezegd werd gezien. We werden samen, zonder nader gehoord te worden, zonder meer geschorst. Ik werd het zwaarst gestraft omdat ik de aanvoerder was. Ik heb m’n schoenen weggegooid en ik heb nooit meer gevoetbald.  Maar ik ben wel lid gebleven.”

“Al met al heb ik toch wel 10 jaar gevoetbald. Ik speelde als verdediger meestal linksachter. Ik was geen technische voetballer maar wel goed in het afbreken van de aanval. Een overtreding moesten ze maar 1 keer tegen me maken. Daarna lieten ze dat wel. Ik heb nog tegen m’n broer Maarten gespeeld. We gingen elkaar niet uit de weg”

“Naar Kats op Noord Beveland. Er lag nog geen brug. Dat was twee keer varen. We werden opgehaald. Er was geen tijd meer om te verkleden. Dat deden we dan maar op de boot. Er was ook nergens een kantine. Soms kon je je in een waterbak van de koeien een beetje wassen. Tegen Nieuwdorp. Daarin speelde Adriaan Dommisse. Bij ons Gillus van de Vrede. Die hadden samen in Indië gezeten. Tijdens de wedstrijd hadden ze allebei de groene baret op. Ik was op Zaamslag de eerste met vaste noppen. Fl. 24,95; daar moest je toen een hele week voor werken.”

Afbeelding met Menselijk gezicht, persoon, kleding, glimlach

Automatisch gegenereerde beschrijving“Het elftal van de lichting van het kampioenschap 73/74 en de daarop volgende jaren. Daar heb ik altijd vol bewondering naar gekeken. Daar kon ik enorm van genieten. Het voetbal leefde veel meer. Vooral bij de derby’s. Onder Versluis naar A.Z.V.V; die kon z’n auto op de Kanaalkade zetten. Anders wist hij het wel. Hanne van der Hooft wilde wel eens met Versluis meetrainen. Versluis trok de polder in en liet ze hele zware oefeningen doen; de gekste dingen; dijk op dijk af met zandzakken sjouwen enzovoort. Hanne is maar 1 keer geweest.. Versluis liet altijd heel lang de lichten branden. Iedereen dacht dan dat er zolang getraind werd. Ik kan me nog wel herinneren dat Ad Mechielsen Versluis er een keer uitgelopen heeft. Er ging het verhaal dat ze van club Brugge naar Co Ruijtenburg kwamen kijken. Als je er bij Co naar informeerde of dat wel waar was zei die altijd. ‘Dat trekt m’n brommertje niet’. Ik vraag me nog steeds af hoe dat werkelijk zat.”

“Af en toe denk ik wel eens ‘was ik er maar nooit aan begonnen’, maar uiteindelijk heb ik er toch wel m’n aardigheid in. Het is alleen allemaal veel te slecht verdeeld. Bestuursvergaderingen, commissievergadering en het dagelijks bestuur. Er komt heel wat bij kijken. De Groen Witten; die draai ik ook nog en ik doe ook nog veel aan het veld. Wat dat betreft heb ik eigenlijk wel een wens. Ik zou graag helemaal zelf het eerste veld willen onderhouden. Zonder dat de gemeente er iets aan deed. Het zou er nog beter bij liggen.” Tinus zegt het vol overtuiging. We geloven hem graag. Hij heeft niet voor niets een agrarisch verleden. Door een arbeidsongeval in 1970 zag hij zich genoodzaakt een andere vak te gaan beoefenen. “Toen stond het niet

“Uitbreiding van de kleedgelegenheden en de laatste uitbreiding van de kantine. Dat vind ik mooi dat we dat hebben kunnen bereiken en dat ik daar aan mee heb kunnen werken. De renovatie van het veld mag je daar ook nog bij vermelden.” De toekomst?  “Momenteel zijn we druk aan het overleggen over de aanleg van een derde veld. En natuurlijk zo snel mogelijk terug in de derde klasse. Ik vind wel dat we daar met de huidige spelersgroep thuis horen.”

“Het is tijd dat er een andere secretaris komt. De nieuwe tijd met nu ook al een internetverbinding naar de KNVB is niet meer voor mij weggelegd. Ik ben zolang gebleven omdat er gewoon geen nieuwe kandidaten zijn. Er lopen er bij de jongeren genoeg die bekwaam zijn. Maar ja, twee keer trainen. Een gezin. Ik begrijp dat wel. Bestuurslid wil ik natuurlijk nog wel blijven.” En vraagbaak? “Ja, dat zou misschien wel waar zijn. Ik wil er wel bij betrokken blijven.” Waar geniet Tinus nou van als hij met de voetbal bezig is? “Over het algemeen van de goede sfeer die er altijd is. Alleen op de donderdag is het wel eens een rampavond. In het bestuur is de sfeer de laatste jaren ook heel goed.”

Onder het genot van een jachtbitter komen er dan uiteindelijk toch nog enkele smeuïge details over tafel. Steeds gevolgd of voorafgegaan door de opmerking: “maar dat mag je niet opschrijven”. Nieuwsgierig als we zijn respecteren we de wens van Tinus. Het zijn door menselijkheid overgoten voorvalletjes. Relevant voor een waarheidsgetrouwe geschiedschrijving?

Sponsoren